Dutch Meaning of ran
rennen
Other Dutch words related to rennen
- joggen
- geracet
- draafde
- versnelde
- gedashed
- galoppeerde
- gehaast
- gesprongen
- sprong
- gehaast
- rende weg
- overgeslagen
- struikelde
- reed weg
- snelde
- versneld
- opspringen
- sprintend
- gezipt
- loop
- gevat
- riem
- opgeblazen
- ontstoken
- blazen
- vastgeschroefd
- begrensd
- bowlen
- Drom
- opgewonden
- galopperen
- scheefgetrokken
- versneld
- snelde
- Gebocheld
- gesmeten
- Schiet
- (haasten)
- straalvliegtuig
- draven
- Geplukt
- Gepatrooneerd
- gegooid
- geramd
- gescheurd
- Als een raket aan het stijgen
- geritsel
- tot zinken gebracht
- shag
- gescheurd
- dwarrelende
- geklopt
- bries
- Cursus
- vertrokken
- gehaat
- (been)
- gesprongen
- stapte
- ingezoomd
Nearest Words of ran
- rana => kikker
- rana cascadae => watervalspringkikker
- rana catesbeiana => Amerikaanse brulpad
- rana clamitans => Groene kikker
- rana goliath => Goliathkikker
- rana palustris => Poelkikker
- rana pipiens => Amerikaanse brulkikker
- rana sylvatica => Bruine kikker
- rana tarahumarae => Rana tarahumarae
- rana temporaria => Bruine kikker
Definitions and Meaning of ran in English
ran ()
imp. of Run.
ran (n.)
Open robbery.
Yarns coiled on a spun-yarn winch.
ran (imp.)
of Run
FAQs About the word ran
rennen
imp. of Run., Open robbery., Yarns coiled on a spun-yarn winch., of Run
joggen,geracet,draafde,versnelde,gedashed,galoppeerde,gehaast,gesprongen,sprong,gehaast
Slenteren,gesleept,vertraagd,bleef hangen,wandelde,geschud,kruipen,kroop,wandelde,talmen
ramuscule => Takje, ramus => Tak, ramulus => Tak, ramulous => vertakt, ramulose => vertakt,