Dutch Meaning of coefficiency
coefficient
Other Dutch words related to coefficient
No Synonyms and anytonyms found
Nearest Words of coefficiency
- coefficient => Coëfficiënt
- coefficient of absorption => Absorptiecòefficient
- coefficient of concordance => Concordantie-coëfficiënt
- coefficient of correlation => Correlatiecoëfficiënt
- coefficient of drag => Weerstandscoëfficiënt
- coefficient of elasticity => Elastischheidscoëfficiënt
- coefficient of expansion => Expansiecoëfficiënt
- coefficient of friction => Wrijvingscoëfficiënt
- coefficient of mutual induction => Coëfficiënt van onderlinge inductie
- coefficient of reflection => Reflectiecoëfficiënt
Definitions and Meaning of coefficiency in English
coefficiency (n.)
Joint efficiency; cooperation.
FAQs About the word coefficiency
coefficient
Joint efficiency; cooperation.
No synonyms found.
No antonyms found.
coefficacy => Coëfficiënt, coeducational => gemengd, coeducation => Gemengd, co-educate => Gemengd onderwijs, coeducate => Co-educatie,
