Dutch Meaning of co-occurrence
co-occurrence
Other Dutch words related to co-occurrence
- toeval
- toevalstreffer
- incident
- Voorkomst
- Fenomeen
- avontuur
- affaire
- omstandigheid
- aflevering
- evenement
- ervaring
- freak
- hap
- wat er gebeurt
- landmark
- mijlpaal
- gelegenheid
- pagina
- Tijd
- keerpunt
- ongeval
- prestatie
- crisis
- daad
- noodsituatie
- misbruiken
- prestatie
- toevallig
- toeval
- moment
- Mijlpaal
- nieuws
- ding
- tijdingen
Nearest Words of co-occurrence
Definitions and Meaning of co-occurrence in English
co-occurrence (n)
an event or situation that happens at the same time as or in connection with another
the temporal property of two things happening at the same time
FAQs About the word co-occurrence
Definition not available
an event or situation that happens at the same time as or in connection with another, the temporal property of two things happening at the same time
toeval,toevalstreffer,incident,Voorkomst,Fenomeen,avontuur,affaire,omstandigheid,aflevering,evenement
No antonyms found.
co-occur with => co-optreden met, cooccur with => tegelijk voorkomen met, co-occur => gelijktijdig voorkomen, cooccur => co-optreden, coo => koeren,
