Dutch Meaning of certifier
Certifeerder
Other Dutch words related to Certifeerder
Nearest Words of certifier
- certified public accountant => Registeraccountant
- certified milk => Gecertificeerde melk
- certified cheque => Gecertificeerde cheque
- certified check => Gecertificeerde cheque
- certified => gecertificeerd
- certificatory => certificerend
- certification => Certificering
- certificating => certificeert
- certificated => gecertificeerd
- certificate of indebtedness => schuldbewijs
Definitions and Meaning of certifier in English
certifier (n.)
One who certifies or assures.
FAQs About the word certifier
Certifeerder
One who certifies or assures.
Bevestigen,attesteren,authenticeren,garantie,Getuigen (voor),getuige,beweren,bevestigen,instaan voor,gemiddelde
ontkennen,ontmoedigen,diskwalificeren,uitsluiten,hinderen,belemmeren,remmen,voorkomen,stoppen,verbod
certified public accountant => Registeraccountant, certified milk => Gecertificeerde melk, certified cheque => Gecertificeerde cheque, certified check => Gecertificeerde cheque, certified => gecertificeerd,
