Dutch Meaning of bunching
samenbundelen
Other Dutch words related to samenbundelen
- bol
- prikken
- uitstekend
- zakken
- ballonnen
- gezwollen
- wapperend
- uitstekend
- overhangend
- Stroperij
- stropen
- pruilend
- projectie
- Opvallen
- begin
- uitstekende
- Zwelling
- kever
- verwijdende
- uitdijend
- Omdraaien
- verlengen
- uitbreidend
- uitbreiding
- opblazen
- verlenging
- als paddestoelen uit de grond opschieten
- Sneeuwbal
- stretchen
Nearest Words of bunching
Definitions and Meaning of bunching in English
bunching (p. pr. & vb. n.)
of Bunch
FAQs About the word bunching
samenbundelen
of Bunch
bol,prikken,uitstekend,zakken,ballonnen,gezwollen,wapperend,uitstekend,overhangend,Stroperij
comprimeren,condenseren,contracteren,krimpen,samentrekkend
bunchiness => bos, bunchgrass => Polgras, bunched => gegroepeerd, bunche => bosje, bunchberry => kornoelje,