Dutch Meaning of brash
brutaal
Other Dutch words related to brutaal
- assertief
- Stoutmoedig
- bot
- vet
- brutaal
- brutaal
- brutaal
- Zelfverzekerd
- brutaal
- brutaal
- vers
- impertinent
- Onbeschaamd
- brutaal
- brutaal
- brutaal
- wijs
- Boog
- onbeschaamd
- brutaal
- kort
- schattig
- respectloos
- dapper
- opdringerig
- slim
- Onbevreesd
- bluf
- met koper beslagen
- schertsend
- flippen
- flippant
- voorwaarts
- brutaal
- schaamteloos
- onbeschaamd
- brutaal
- slimmerik
- Smerig
Nearest Words of brash
Definitions and Meaning of brash in English
brash (s)
offensively bold
brash (a.)
Hasty in temper; impetuous.
Brittle, as wood or vegetables.
brash (n.)
A rash or eruption; a sudden or transient fit of sickness.
Refuse boughs of trees; also, the clippings of hedges.
Broken and angular fragments of rocks underlying alluvial deposits.
Broken fragments of ice.
FAQs About the word brash
brutaal
offensively boldHasty in temper; impetuous., Brittle, as wood or vegetables., A rash or eruption; a sudden or transient fit of sickness., Refuse boughs of trees
assertief,Stoutmoedig,bot,vet,brutaal,brutaal,brutaal,Zelfverzekerd,brutaal,brutaal
nederig,bescheiden,beleefd,uittredend,verlegen,verlegen,beschaamd,beschaamd,hoffelijk,eerbiedig
brasenia schreberi => Witschotel, brasenia => Brasenia, brasen => brutaal, braque => Braque, branular => zemelig,