Dutch Meaning of borrower
lener
Other Dutch words related to lener
- adopteren
- omhelzen
- assimileren
- Kopie
- cultiveren
- omarmen
- volg
- nabootsen
- incorporeren
- aannemen
- oppakken
- gebruik
- gebruiken
- ergens op inspelen
- absorberen
- beïnvloeden
- passend
- arrogant
- aannemen Assume
- koesteren
- domesticeren
- opvoeden
- Opletten
- eer
- naturaliseren
- verzorgen
- doen alsof
- prijs
- aandoen
- citaat
- verhogen
- simuleren
- overnemen
- Schatten
- zich toe-eigenen
Nearest Words of borrower
Definitions and Meaning of borrower in English
borrower (n)
someone who receives something on the promise to return it or its equivalent
borrower (n.)
One who borrows.
FAQs About the word borrower
lener
someone who receives something on the promise to return it or its equivalentOne who borrows.
adopteren,omhelzen,assimileren,Kopie,cultiveren,omarmen,volg,nabootsen,incorporeren,aannemen
verlaten,verlaten,opgeven,afstand doen,overgave,afzweren,afdanken,verloochenen,weigeren,afzien
borrowed => geleend, borrow pit => leengroeve, borrow => lenen, borrelia burgdorferi => Borrelia burgdorferi, borrelia => Borrelia,