Dutch Meaning of boot (up)
boot (op)
Other Dutch words related to boot (op)
- onderwijzen
- voorzien
- Maak je klaar
- instrueren
- priemgetal
- bieden
- school
- aanbod
- trein
- arm
- indelen
- opstellen
- uitrusten
- versterken
- verzamelen
- indoctrineren
- monteren
- outfit
- predisponeren
- set
- verspreid
- Staal
- Docent
- Warm (opwarmen)
- lat
- beugel
- concept
- geschikt
- Onderarm
- frame
- omgorden
- bruidegom
- hellend
- leggen
- voorbereiding
- voorbereiden
- Klaar
Nearest Words of boot (up)
Definitions and Meaning of boot (up) in English
boot (up)
No definition found for this word.
FAQs About the word boot (up)
boot (op)
onderwijzen,voorzien,Maak je klaar,instrueren,priemgetal,bieden,school,aanbod,trein,arm
No antonyms found.
boot (out) => eruitgooien, boosts => stimuleert, boos => boegeroep, boors => boeren, boons => zegeningen,
