FAQs About the word betimes

tijdig

in good timeIn good season or time; before it is late; seasonably; early., In a short time; soon; speedily; forth with.

vroeg,direct,onmiddellijk,direct,punctueel,seizoensgebonden,terloops,voorbarig,tegenwoordig,vooraf

Te laat,laat,laat

betime => tijdig, betiding => tijding, betided => voordeed, betide => gebeuren, betid => gokker,