Dutch Meaning of applauder
applaudisseren
Other Dutch words related to applaudisseren
- cheerleader
- aanmoediger
- medereiziger
- tolk
- aanhanger
- cohort
- leerling
- Volger
- loyalist
- standvastig
- Ware gelovige
- witte ridder
- pleitbezorger
- apostel
- versterker
- kampioen
- exponent
- uitlegger
- vriend
- evangelist
- heraut
- Hogepriester
- Hogepriester
- paladijn
- partijdig
- partisan
- promotor
- Voorstander
- Hoofdpersoon
- supporter
- tamboerijn
Nearest Words of applauder
Definitions and Meaning of applauder in English
applauder (n)
someone who applauds
applauder (n.)
One who applauds.
FAQs About the word applauder
applaudisseren
someone who applaudsOne who applauds.
cheerleader,aanmoediger,medereiziger,tolk,aanhanger,cohort,leerling,Volger,loyalist,standvastig
tegenstander,antagonist,vijand,Tegenstander,criticus,vijand,rivaal,denigrerend persoon,vitter
applauded => applaudisseerde., applaudable => lofwaardig, applaud => applaudisseren, appian way => Via Appia, appian => Appius,