Dutch Meaning of appeaser
appeasementpoliticus
Other Dutch words related to appeasementpoliticus
- Advocaat
- onderhandelaar
- afgevaardigde
- onderhandelaar
- proxy
- bemiddelaar
- agent
- Ambassadeur
- makelaar
- bemiddelaar
- gezant
- gezant
- factor
- pleitbezorger
- Legaat
- Verbindingsofficier
- bemiddelaar
- boodschapper
- moderator
- handelaar
- vredestichter
- vredestichter
- officier van justitie
- buffer
- Snurker
- afgevaardigde
- tussenpersoon
- eerlijke makelaar
- voorspraak doen
- stoorzender
- tussenpersoon
- middelste
- interposer
- Bemormel
- medium
- tussenpersoon
- vertegenwoordiger
- Problemenoplosser
Nearest Words of appeaser
Definitions and Meaning of appeaser in English
appeaser (n)
someone who tries to bring peace by acceding to demands
appeaser (n.)
One who appeases; a pacifier.
FAQs About the word appeaser
appeasementpoliticus
someone who tries to bring peace by acceding to demandsOne who appeases; a pacifier.
Advocaat,onderhandelaar,afgevaardigde,onderhandelaar,proxy,bemiddelaar,agent,Ambassadeur,makelaar,bemiddelaar
No antonyms found.
appeasement => appeasement, appease => kalmeren, appeasable => verzoenlijk, appearingly => ogenschijnlijk, appearing => verschijnend,