Dutch Meaning of aperiodic
aperiodiek
Other Dutch words related to aperiodiek
- discontinu
- grillig
- intermitterend
- incidenteel
- plotseling
- informeel
- woelig
- episodisch
- Episodisch
- onregelmatig
- onregelmatig
- willekeurig
- spasmodisch
- spastisch
- gevlekt
- onvoorspelbaar
- onstabiel
- vluchtig
- doelloos
- Willekeurig
- gebroken
- Wispelturig
- pakkend
- veranderlijk
- wisselvallig
- veranderlijk
- stuiptrekkend
- onsamenhangend
- losgekoppeld
- fluctuerend
- Vloeistof
- fragmentair
- willekeurig
- inconsistent, onbetrouwbaar
- onderbroken
- kwikzilverachtig
- veranderlijk
- oneven
- verspreid
- slordig
- zwerver
- _temperamentsvol_
- onzeker
- onrustig
- onstabiel
- variabele
- wisselend
Nearest Words of aperiodic
Definitions and Meaning of aperiodic in English
aperiodic (a)
not recurring at regular intervals
FAQs About the word aperiodic
aperiodiek
not recurring at regular intervals
discontinu,grillig,intermitterend,incidenteel,plotseling,informeel,woelig,episodisch,Episodisch,onregelmatig
constante,continu,habituel,periodiek,regelmatig,stabiel,uniform,zelfs,ordelijk,Herhaald
aperies => aperitief, aperient => laxeermiddel, aperea => Aperea, apercus => Overzichten, apercu => Aperçu,