Dutch Meaning of amicably
amicaal
Other Dutch words related to amicaal
- opgewekt
- luchtig
- vriendelijk
- vriendelijk
- graag
- goedgehumeurd
- goedmoedig
- hopelijk
- gekscherend
- blij
- lachend
- optimistisch
- luchthartig
- Gelukkig
- vrolijk
- uitbundig
- vrolijk
- duizelig
- gelukkig
- opgewekt
- vreugdevol
- vrolijk
- optimistisch
- zonnig
- amusant
- helder
- opgewekt
- opgetogen
- vrolijk
- van harte
- jolig
- vrolijk
- in vervoering
- glimlachend
- opgewekt
- euforisch
- giechelend
- met blijdschap
Nearest Words of amicably
- amicableness => vriendelijkheid
- amicable => vriendschappelijk
- amicability => vriendschappelijkheid
- amic => vriend
- amianthus => asbest
- amianthum muscitoxicum => amianthum muscitotoxicum
- amianthum muscaetoxicum => amianthum muscaetoxicum
- amianthum => Amianthu
- amianthoid => asbestachtig
- amianthiform => asbestachtig
Definitions and Meaning of amicably in English
amicably (r)
in an amicable manner
amicably (adv.)
In an amicable manner.
FAQs About the word amicably
amicaal
in an amicable mannerIn an amicable manner.
opgewekt,luchtig,vriendelijk,vriendelijk,graag,goedgehumeurd,goedmoedig,hopelijk,gekscherend,blij
donker,zwaar,ellendig,moedeloos,ongelukkigerwijs,ellendige,Tristige,somber,neerslachtig,mismoedig
amicableness => vriendelijkheid, amicable => vriendschappelijk, amicability => vriendschappelijkheid, amic => vriend, amianthus => asbest,