Dutch Meaning of airplane
vliegtuig
Other Dutch words related to vliegtuig
- vliegtuig
- Lijnvliegtuig
- vliegtuig
- vliegtuig
- Luchtballon
- straaljager
- schip
- Aerodynamisch
- Ruimtevaartuig
- Vliegtaxi
- Vliegtuigromp
- amfibieën
- dubbeldekker
- Bommenwerper
- jager
- Vrachtschip
- zweefvliegtuig
- Straalvliegtuig
- liner
- Raketvliegtuig
- zweefvliegtuig
- watervliegtuig
- supersone straaljager
- Supersonisch
- Supersonisch transport
- Tanker
- Trekker
- Driemotorig vliegtuig
- driemotorig vliegtuig
- Driedekker
- Turbojet
- Turboprop
- Vliegtuig
Nearest Words of airplane
- airplane landing => Landende vliegtuig
- airplane maneuver => vliegtuigmanoeuvre
- airplane mechanics => Vliegtuigmonteur
- airplane pilot => vliegtuigpiloot
- airplane propeller => vliegtuigpropeller
- airplane ticket => Vliegticket
- airport => luchthaven
- airport terminal => Terminal
- airpost => luchthaven
- air-raid shelter => Bunker
Definitions and Meaning of airplane in English
airplane (n)
an aircraft that has a fixed wing and is powered by propellers or jets
FAQs About the word airplane
vliegtuig
an aircraft that has a fixed wing and is powered by propellers or jets
vliegtuig,Lijnvliegtuig,vliegtuig,vliegtuig,Luchtballon,straaljager,schip,Aerodynamisch,Ruimtevaartuig,Vliegtaxi
No antonyms found.
airometer => densimeter, airol => airol, airmanship => Luchtmanschap, airman => Vlieger, airmailer => Luchtpost,