Dutch Meaning of abridger
samenvatter
Other Dutch words related to samenvatter
- inkorten
- shorten
- afkorting
- dok
- weglaten
- verminderen
- afkappen
- bezuiniging
- verminderen
- abstract
- comprimeren
- samentrekken
- Contract
- knippen
- inkorten
- Verminderen
- verteren
- verminderen
- inkrimpen
- inkapselen
- belichamen
- minder
- matig
- Wijzigen
- pare
- Gedroogde pruim
- recapituleren
- afbouwen
- krimpen
- Schuine streep
- samenvatten
- samenvatten
- syncoperen
- kegel
- Versieren
- (aftrekken (van))
Nearest Words of abridger
Definitions and Meaning of abridger in English
abridger (n)
one who shortens or abridges or condenses a written work
abridger (n.)
One who abridges.
FAQs About the word abridger
samenvatter
one who shortens or abridges or condenses a written workOne who abridges.
inkorten,shorten,afkorting,dok,weglaten,verminderen,afkappen,bezuiniging,verminderen,abstract
verlengen,vergroten,uitbreiden,verlengen,verlengen,verlengen,supplement,Toevoegen,versterken,vergroten
abridgement => samenvatting, abridged => ingekort, abridge => Afkorten, abricock => abrikoos, abreuvoir => drinkbak,