tellen Synonyms

No Synonyms and anytonyms found

tellen Meaning

Webster

tellen (n.)

Any species of Tellina.

tellen Sentence Examples

  1. De lerares vroeg de leerlingen de appels op de tafel te tellen.
  2. De bankmedewerker moest de biljetten in het geldkistje tellen.
  3. Het kind leerde de getallen tot tien te tellen.
  4. De schaapherder telde de dieren in de kudde.
  5. De wetenschappers telden de bacteriën in de petrischaal.
  6. De stemmen bij de verkiezing werden nauwkeurig geteld.
  7. De bibliothecaris telde de boeken die waren ingeleverd.
  8. De kassierster telde het wisselgeld dat ze de klant gaf.
  9. De archeoloog telde de potscherven die hij had opgegraven.
  10. Het meisje telde de sterren die ze aan de nachthemel kon zien.

FAQs About the word tellen

Any species of Tellina.

No synonyms found.

No antonyms found.

De lerares vroeg de leerlingen de appels op de tafel te tellen.

De bankmedewerker moest de biljetten in het geldkistje tellen.

Het kind leerde de getallen tot tien te tellen.

De schaapherder telde de dieren in de kudde.