FAQs About the word wig (out)

Pruik (uit)

afbraak,uit elkaar gaan,wurgen,barst,uit elkaar vallen,(doordraaien),Freak out,uit elkaar vallen,het verliezen,Smelting

No antonyms found.

wifeys => echtgenotes, wifey => vrouw, widths => breedten, widows => weduwen, widens => verbreedt,