Dutch Meaning of verbalize
verbaliseren
Other Dutch words related to verbaliseren
- zeggen
- delen
- spreken
- praten
- vertellen
- uiten
- aankondigen
- gearticuleerd
- naar voren brengen
- uitspreken
- geven
- passeren
- publiceren
- zetten
- Staat
- Vocaliseren
- In woorden vatten
- adverteren
- Bevestigen
- lucht
- beweren
- beweren
- gemiddelde
- erkennen
- kletser
- vlam
- eruit flappen
- bout
- ademen
- uitzending
- tsjilpen
- kleden
- commentaar
- bank
- _verklaren_
- formuleren
- hijgen
- Afstijgen
- lip
- kijk
- mond
- Gemompel
- woordgroep
- bericht
- uitroepen
- afkondigen
- publiceren
- opmerking
- schreeuw
- geluid
- Kraan
- ventilatie
- ventileren
- stem
- fluister
- woord
- afscheuren
Nearest Words of verbalize
- verbalization => verbalisering
- verbality => verbaliteit
- verbalist => Woordenkramer
- verbalism => Verbalisme
- verbaliser => verbaliseren
- verbalised => geverbaliseerd
- verbalise => verbaliseren
- verbalisation => verbalisering
- verbal noun => verbale zelfstandig naamwoord
- verbal intelligence => Verbale intelligentie
Definitions and Meaning of verbalize in English
verbalize (v)
be verbose
express in speech
articulate; either verbally or with a cry, shout, or noise
convert into a verb
verbalize (v. t.)
To convert into a verb; to verbify.
verbalize (v. i.)
To be verbose.
FAQs About the word verbalize
verbaliseren
be verbose, express in speech, articulate; either verbally or with a cry, shout, or noise, convert into a verbTo convert into a verb; to verbify., To be verbose
zeggen,delen,spreken,praten,vertellen,uiten,aankondigen,gearticuleerd,naar voren brengen,uitspreken
onderdrukken,verstikken
verbalization => verbalisering, verbality => verbaliteit, verbalist => Woordenkramer, verbalism => Verbalisme, verbaliser => verbaliseren,