Dutch Meaning of utilizer
gebruiker
Other Dutch words related to gebruiker
Nearest Words of utilizer
- utilized => gebruikt
- utilize => gebruiken
- utilization => benutting
- utilizable => bruikbaar
- utility-grade => nutsbedrijfskwaliteit
- utility routine => Hulpprogramma
- utility revenue bond => Obligatie-inkomsten uit nutsvoorzieningen
- utility program => hulpprogramma
- utility man => manusje-van-alles
- utility bond => Hypotheekobligatie
Definitions and Meaning of utilizer in English
utilizer (n)
someone who puts to good use
FAQs About the word utilizer
gebruiker
someone who puts to good use
toepassen,in dienst nemen,misbruiken,gebruik,gebruikmaken van,putten uit,oefening,Harnas,gebruiken,bedienen
nalatigheid,misbruik,verkeerd toepassen
utilized => gebruikt, utilize => gebruiken, utilization => benutting, utilizable => bruikbaar, utility-grade => nutsbedrijfskwaliteit,
