Dutch Meaning of upbraider
berisper
Other Dutch words related to berisper
- vermaner
- criticus
- spreker
- zeurpiet
- wissel
- tiran
- berisper
- verwijter
- bestraffer
- uitschelden
- aanvaller
- Aanvaller
- zeurpiet
- caviller
- zeurpiet
- eiser
- kruisiger
- huilbaby
- bekritiseren
- lasteraar
- spotter
- Criticus
- zenuwachtig
- tang
- zeurpiet
- knorrepot
- muggenzifter
- sjoemelaar
- zeurpiet
- denigrerend persoon
- zeurpiet
- kastijder
- Vitter
- censor
- Aanklager
- criticus
- Criticus
- aangever
- kleineren
- vitter
- mopperkont
- Hyperkritisch
- klopper
- timmerman
- muggenzifter
Nearest Words of upbraider
Definitions and Meaning of upbraider in English
upbraider (n)
someone who finds fault or imputes blame
FAQs About the word upbraider
berisper
someone who finds fault or imputes blame
vermaner,criticus,spreker,zeurpiet,wissel,tiran,berisper,verwijter,bestraffer,uitschelden
prijzer,aanprijzer
upbraided => berispt, upbraid => berispen, up-bow => Opwaartse boog, upbound => opgaande, upblow => stooklucht,