Dutch Meaning of univocally

ondubbelzinnig

Other Dutch words related to ondubbelzinnig

Definitions and Meaning of univocally in English

Webster

univocally (adv.)

In a univocal manner; in one term; in one sense; not equivocally.

FAQs About the word univocally

ondubbelzinnig

In a univocal manner; in one term; in one sense; not equivocally.

definitief,definitief,expliciet,uiten,specifiek,categorisch,helder,begrijpelijk,uitgebreid,​​letterlijk

dubbelzinnig,cryptisch,donker,raadselachtig,impliciet,impliciet,afgeleid,onduidelijk,onduidelijk,bochtig

univocal => eenduidig, univocacy => univociteit, universology => Kosmologie, universologist => Kosmoloog, universological => kosmologisch,