Dutch Meaning of tumble-down
bouwvallig
Other Dutch words related to bouwvallig
- bouwvallig
- verwaarloosd
- verlaten
- gebroken
- woest
- dik en lomp
- grungy
- schurft
- gescheurd
- verschoten
- verwoest
- vervallen
- schrobben
- slordig
- verloederd
- sjofel
- plakkerig
- gescheurd
- melige
- versleten
- versleten
- moe
- gebombardeerd
- sjofel
- verwaarloosd
- Verzaad
- sjofel
- kapot
- beschadigd
- rottende
- bouwvallig
- vernietigd
- verslechterd
- Verslechterend
- somber
- ezelsoren
- verlaten
- godverlaten
- gewond
- gemiddeld
- Motteneerig
- lawaaiig
- bouwvallig
- gammel kar
- wankel
- (lag)
- vod, slordig
- onverzorgd
- Versleten
- vernield
- armoedig
- versleten
Nearest Words of tumble-down
Definitions and Meaning of tumble-down in English
tumble-down (s)
in deplorable condition
tumble-down (a.)
Ready to fall; dilapidated; ruinous; as, a tumble-down house.
FAQs About the word tumble-down
bouwvallig
in deplorable conditionReady to fall; dilapidated; ruinous; as, a tumble-down house.
bouwvallig,verwaarloosd,verlaten,gebroken,woest,dik en lomp,grungy,schurft,gescheurd,verschoten
gloednieuw,vers,up-to-date gehouden,onderhouden,nieuw,gerepareerd,gepatcht,heropgebouwd,herbouwd,verzorgd
tumbled => gedraaid, tumblebug => Pillendraaier, tumble grass => Rolgras, tumble dry => drogen in de droger, tumble drier => Droger,