Dutch Meaning of triarchy
triarchie
Other Dutch words related to triarchie
- diarchie
- dictatuur
- Domein
- duumviraat
- diarchie
- rijk
- koninkrijk
- monarchie
- oligarchie
- Republiek
- Zeemacht
- soeverein
- theocratie
- triumviraat
- Trustgebied
- Stadstaat
- Cliëntstaat
- kolonie
- Appartement
- afhankelijkheid
- domein
- hertogdom
- hertogdom
- Grootmacht
- vaderland
- mandaat
- Microstaat
- Ministaat
- Natiestaat
- Vorstendom
- provincie
- rijk
- Heerlijkheid
- nederzetting
- Bodem
- soeverein
- sultanaat
- verzorgingsstaat
- Wereldmacht
- emiraat
- Vaderland
- vaderland
- macht
- heerlijkheid
- supermacht
Nearest Words of triarchy
- triarchies => Triarchieën
- triangulum australe => Zuidelijke Driehoek
- triangulum => driehoek
- triangulating => trianguleren
- triangulated => driehoekig
- triangulate => Trianguleren
- triangularly => driehoekig
- triangularity => Driehoekigheid
- triangulares => driehoekige
- triangular prism => Driehoekig prisma
Definitions and Meaning of triarchy in English
triarchy (n.)
Government by three persons; a triumvirate; also, a country under three rulers.
FAQs About the word triarchy
triarchie
Government by three persons; a triumvirate; also, a country under three rulers.
diarchie,dictatuur,Domein,duumviraat,diarchie,rijk,koninkrijk,monarchie,,oligarchie
No antonyms found.
triarchies => Triarchieën, triangulum australe => Zuidelijke Driehoek, triangulum => driehoek, triangulating => trianguleren, triangulated => driehoekig,