Dutch Meaning of treader
trapper
Other Dutch words related to trapper
- voetafdruk
- voetafdruk
- voetspoor
- hoefafdruk
- pad
- mopshond
- sleur
- stap
- Spoor
- pad
- sein
- bewijsmateriaal
- afdruk
- Indicatie
- vermoeden
- lood
- Resten
- restant
- herinnering
- rest
- restwaarde
- residu
- Bord
- spoor
- veelzeggend
- token
- spoor
- overblijfsel
- artefact
- aanwijzing
- hint
- aanduiding
- relikwie
- rest
- Geur
- schaduw
- voorstel
- vleug
Nearest Words of treader
Definitions and Meaning of treader in English
treader (n.)
One who treads.
FAQs About the word treader
trapper
One who treads.
voetafdruk,voetafdruk,voetspoor,hoefafdruk,pad,Print,mopshond,sleur,stap,Spoor
No antonyms found.
treadboard => loopplank, tread on => op trappen, tread => loopvlak, treacly => zoetgevooisd, treacle => Melasse,
