Dutch Meaning of took apart
Uit elkaar gehaald
Other Dutch words related to Uit elkaar gehaald
- misbruikt
- gepest
- verknoeid
- gebrutaliseerd
- pijn
- mishandeld
- misbruikt
- gewond
- heen en weer geschopt
- mishandeld
- mishandeld
- verkeerd behandeld
- mishandeld
- misbruikt
- onderdrukten
- Verontwaardigd
- vervolgd
- Gebruikt (teveel)
- toegetakeld<p>
- verbrand
- verbrand
- lastiggevallen
- geschaad
- verknoeid
- betast
- ruw
- in een zandzak gedaan
- gekweld
- slachtoffer
- benadeeld
Nearest Words of took apart
- took a walk => maakte een wandeling
- took a powder => Er vandoor gaan
- took a hike => Ging wandelen
- took (out) => halen (uit)
- took (away) => nam weg
- toning (up) => verstevigend (omhoog)
- toning (down) => demping (down)
- tonics => tonica
- tongue-lashed => een uitbrander geven
- tongue-lash => de tongriem losmaken
- took back => teruggenomen
- took care of => verzorgde
- took down => demonteren
- took exception => nam uitzondering
- took for => nam aan voor
- took for a ride => Een ritje maken
- took for granted => iets vanzelfsprekend vinden
- took hold (of) => greep vast (iemand of iets)
- took in => opnam
- took issue => er een punt van maken
Definitions and Meaning of took apart in English
took apart
to disconnect the pieces of (something), to treat (someone or something) roughly or harshly
FAQs About the word took apart
Uit elkaar gehaald
to disconnect the pieces of (something), to treat (someone or something) roughly or harshly
misbruikt,gepest,verknoeid,gebrutaliseerd,pijn,mishandeld,misbruikt,gewond,heen en weer geschopt,mishandeld
gezorgd (voor),gekoesterd,begunstigd,gekoesterd ,gekoesterd,afgestemd op,verwend,dankbaar,humoristisch,toegegeven
took a walk => maakte een wandeling, took a powder => Er vandoor gaan, took a hike => Ging wandelen, took (out) => halen (uit), took (away) => nam weg,