Dutch Meaning of tells (on)
tells (on)
Other Dutch words related to tells (on)
- maakt indruk
- beïnvloedt
- gevolgen
- invloeden
- raakt
- lastigvalt
- raakt aan
- inspireert
- interesses
- zetten
- bereikt
- stakingen
- schommelt
- Vooroordelen
- kleuren
- zorgen
- treft
- aantrekt
- zorgen
- ontleden
- ontberingen
- stoort
- engageert zich
- Ingangen
- lastigvalt
- doorboort
- plagen
- smoort
- roert
- stress
- vervoer
- probeert
- problemen
- van streek maken
Nearest Words of tells (on)
Definitions and Meaning of tells (on) in English
tells (on)
to tell someone in authority about the bad behavior or actions of (someone else), to have a noticeable effect on (someone or something)
FAQs About the word tells (on)
Definition not available
to tell someone in authority about the bad behavior or actions of (someone else), to have a noticeable effect on (someone or something)
maakt indruk,beïnvloedt,gevolgen,invloeden,raakt,lastigvalt,raakt aan,inspireert,interesses,zetten
verveling,vrienden,moe,Jade,tegenvalt
tells => vertelt, telling off => afstraffing, telling (on) => klikken (op), telling (of) => vertellend (over), tellers => kassiers,