Dutch Meaning of take off (from)
opstijgen (van)
Other Dutch words related to opstijgen (van)
- terugtrekken (uit)
- (van) gescheiden
- terugtrekken (uit)
- afsluiten
- ontsnapping
- opgeven
- Overhandigen
- weigeren
- afstand doen
- afzien
- schuur
- ontruimen
- opbrengst
- verlaten
- afzweren
- bezorgen
- Woestijn
- afdanken
- verloochenen
- negeren
- afstand
- Greppel
- dumpen
- slippertje
- vergeten
- verlaten
- afwerpen
- rommel
- verlaten
- verwerpen
- offer
- schroot
- afwerpen
- overgave
Nearest Words of take off (from)
- take off (on) => opstijgen (op)
- take one's time => Je tijd nemen
- take ship => take ship
- take the mickey out of => de spot drijven met
- take to the cleaners => Naar de stomerij brengen
- take up with => Ter hand nemen
- take-home pays => Netto-inkomen
- taken apart => gedemonteerd
- taken back => teruggenomen
- taken on => aannemen
Definitions and Meaning of take off (from) in English
take off (from)
No definition found for this word.
FAQs About the word take off (from)
opstijgen (van)
terugtrekken (uit),(van) gescheiden,terugtrekken (uit),afsluiten,ontsnapping,opgeven,Overhandigen,weigeren,afstand doen,afzien
hebben,vasthouden,houden,eigen,bezitten,behouden,terugvorderen,reserve,bewaar,inhouden
take hold (of) => vatten, take for a ride => een ritje maken, take care of => zorgen voor, take by surprise => verrassen, take account of => rekening houden met,