Dutch Meaning of surpass
overtreffen
Other Dutch words related to overtreffen
- Overschrijden
- beat
- beter
- zonsverduistering
- excel
- overtreffen
- overtreffen
- overtreffen
- overtreffen
- overstralen
- Overtroffen
- overwinnen
- top
- overstijgen
- beste
- afrossen
- veroveren
- verliefdheid
- nederlaag
- iets nog beter doen
- meester
- een-op
- overtreffen
- Overtreffen in vuurkracht
- overtreffen
- overtreffen
- Overtroffen
- voorbij steken
- opwegen tegen
- overmacht
- overschaduwen
- boven op
- overheersen
- vlucht
- rondjes rennen rond
- ringen lopen om
- schaamte
- onderwerpen
- overwinnen
- thrash
- (over) toren
- Versieren
- triomferen over
- Afrossen
- Trump
- zweep
- winnen (tegens)
- slechtste
Nearest Words of surpass
Definitions and Meaning of surpass in English
surpass (v)
distinguish oneself
be or do something to a greater degree
move past
be greater in scope or size than some standard
FAQs About the word surpass
overtreffen
distinguish oneself, be or do something to a greater degree, move past, be greater in scope or size than some standard
Overschrijden,beat,beter,zonsverduistering,excel,overtreffen,overtreffen,overtreffen,overtreffen,overstralen
verliezen (van)
surnia ulula => Laplanduil, surnia => Parelbosuil, surname => achternaam, surmullet => harder, surmounter => onoverkomelijk,
