Dutch Meaning of stick around
volhouden
Other Dutch words related to volhouden
- borgtocht
- redding
- verdwijnen
- leegmaken
- uitknippen
- vertrekken
- Afsluiten
- Afstijgen
- Ga weg
- gaan
- weggaan
- verlaten
- bewegen
- afpellen
- uithalen
- doorgaan
- stoppen
- opstijgen
- weggaan
- inpakken (omhoog of weg)
- uitschakelen (buiten of uit)
- duwen van
- Wegduwen
- verlaten
- boek
- ontsnapping
- evacueren
- Vluchten
- vlieg
- overslaan
- zoemen (wegwezen)
- vluchten
- vertrekken
- Woestijn
- verlaten
- Poep
- ontruimen
- opzouten
Nearest Words of stick around
Definitions and Meaning of stick around in English
stick around (v)
be available or ready for a certain function or service
stay put (in a certain place)
FAQs About the word stick around
volhouden
be available or ready for a certain function or service, stay put (in a certain place)
rondhangen ,blijven,blijven,wachten,verblijven,wonen,volhouden,volhouden,afwachten,talmen
borgtocht,redding,verdwijnen,leegmaken,uitknippen,vertrekken,Afsluiten,Afstijgen,Ga weg,gaan
stick about => Zich vastklampen, stick => stok, sticherus flabellatus => Sticherus flabellatus, sticherus => sticharion, stichaeidae => Slijmvissen,