Dutch Meaning of squabbling
ruzie
Other Dutch words related to ruzie
- argumenterend
- ruzie
- vechten
- ruzie
- ruzie maken
- vechtpartij
- botsende
- debatteren
- bespreken
- betwiste
- lastigvallend
- geruzie
- roeien
- </br> schroot
- ruzie
- discussiërend
- met woorden smijten
- gebrabbel
- het niet eens zijn
- muggenziften
- uitdagend
- strijdend
- betwistende
- controversieel
- Gedurfd
- tartend
- ruzie
- gemopper
- schril, dissonant
- schop
- de degens kruisen
- mixen
- muggenzifterij
- bezwaar makende
- protesterende
- spuwen
- warrelen
- Tiffin
Nearest Words of squabbling
Definitions and Meaning of squabbling in English
squabbling
to quarrel noisily for little or no reason, a noisy quarrel usually over unimportant things, to quarrel noisily and usually over petty matters, a noisy altercation or quarrel usually over petty matters
FAQs About the word squabbling
ruzie
to quarrel noisily for little or no reason, a noisy quarrel usually over unimportant things, to quarrel noisily and usually over petty matters, a noisy altercat
argumenterend,ruzie,vechten,ruzie,ruzie maken,vechtpartij,botsende,debatteren,bespreken,betwiste
Accepterend,Akkoord,Coëxisterend,met elkaar overweg kunnen,meeveren,toestemmend,instemmend
squabbles => ruzies, squabbled => twistte, sputters => spettert, sputtered => Spatten, spurts => spurten,
