Dutch Meaning of sprawl
uitspreiding
Other Dutch words related to uitspreiding
- afwijken
- verdelen
- uitbreiden
- verlengen
- stralen
- (verspreiden)
- Tak
- klimmen
- ventilator (buiten)
- vergroting
- deel
- verspreiden
- Straal
- stijgen
- oprollen
- verspreiden
- spreiden
- zwelling
- verstrekken
- verspreiden, verstrooien
- verdampen
- vergroten
- Escaleren
- Vork
- winst
- monteren
- vermenigvuldigen
- Champignon
- afzonderlijk
- sneeuwbal
- zaaien
- was
Nearest Words of sprawl
Definitions and Meaning of sprawl in English
sprawl (n)
an aggregation or continuous network of urban communities
an ungainly posture with arms and legs spread about
sprawl (v)
sit or lie with one's limbs spread out
go, come, or spread in a rambling or irregular way
FAQs About the word sprawl
uitspreiding
an aggregation or continuous network of urban communities, an ungainly posture with arms and legs spread about, sit or lie with one's limbs spread out, go, come
afwijken,verdelen,uitbreiden,verlengen,stralen,(verspreiden),Tak,klimmen,ventilator (buiten),vergroting
bevatten,Verminderen,limiet,beperken,Concentraat,Contract,Convergeren,verminderen,Focus,meedoen
sprat => sprot, sprain => Verstuiking, spraguea umbellatum => Speaguea umbellatum, spraguea => Spraguea, sprag => Knevel,