Dutch Meaning of sportfulness
sportiviteit
Other Dutch words related to sportiviteit
- kattenkwaad
- Speelsheid
- guitenstreken
- duivels
- vrolijkheid
- ondeugendheid
- ondeugendheid
- sportiviteit
- sluwheid
- jongensachtigheid
- Guitigheid
- Vrolijkheid
- archheid
- Koketterie
- duivelrij
- Duivelskunsten
- Energie
- Lichtzinnigheid
- vrolijkheid
- fornuisplaat
- speels
- vrolijkheid
- bedriegerij
- Lichtvoetigheid
- levendigheid
- Vreugde
- boevenstreken
- guitigheid
- levendigheid
- vrolijkheid
- Levendigheid
- grilligheid
- duivels
- duivels
- katterigheid
- Pit
- Levendigheid
Nearest Words of sportfulness
Definitions and Meaning of sportfulness in English
sportfulness
playful, frolicsome, productive of sport or amusement, done in sport
FAQs About the word sportfulness
sportiviteit
playful, frolicsome, productive of sport or amusement, done in sport
kattenkwaad,Speelsheid,guitenstreken,duivels,vrolijkheid,ondeugendheid,ondeugendheid,sportiviteit,sluwheid,jongensachtigheid
ernst,ernst,Nuchterheid,plechtigheid,strengheid,beperking,ernst,grim,schoolsheid,terughoudendheid
sportful => sportief, sportfisherman => sportvisser, sported => gedragen, spoors => sporen, spooring => opsporen,
