Dutch Meaning of sniffling
snikken
Other Dutch words related to snikken
- huilend
- hakkend
- huilen
- snikken
- snikken
- huilend
- huilend
- jankend
- demonstratief
- uitbundig
- emotioneel
- huilerig
- sentimenteel
- sentimenteel
- mistig
- met tranen in de ogen
- vochtig
- Sentimenteel
- tranend
- tranerig
- huilerig
- geklaag
- Beklagen
- treurend
- gebroken hart
- neerslachtig
- neerslachtig
- neerslachtig
- mismoedig
- droefgeestig
- droevig
- neerslachtig
- begrafenis
- somber
- Rouwende
- gebroken hart
- met een gebroken hart
- ontroostbaar
- treurig
- treurig
- klaaglijk
- verdrietig
- treurig
- bedrukt
- treurig
Nearest Words of sniffling
Definitions and Meaning of sniffling in English
sniffling
to sniff repeatedly, a common cold in which the main symptom is a runny nose, to speak with or as if with sniffling, an act or sound of sniffling, a head cold marked by nasal discharge
FAQs About the word sniffling
snikken
to sniff repeatedly, a common cold in which the main symptom is a runny nose, to speak with or as if with sniffling, an act or sound of sniffling, a head cold m
huilend,hakkend,huilen,snikken,snikken,huilend,huilend,jankend,demonstratief,uitbundig
grijnzend.,lachend,glimlachend,stralend,vrolijk,vrolijk,gniffelend,homo,giechelen,blij
sniffled => snotteren, sniffish => snotterig, sniffing (at) => snuffelen (aan), sniffing => Snuiven, sniffed (at) => neergekeken,