Dutch Meaning of snatched
gegrepen
Other Dutch words related to gegrepen
- gevangen
- pakte
- in beslag genomen
- gezakt
- gevangen
- kreeg
- worstelde
- verslaafd
- geland
- Gepakt
- genageld
- gevlekt
- gerapt
- gevangen
- Kraag
- gearresteerd
- omheind
- haperde
- zo weg
- in de val gelopen
- greep vast (iemand of iets)
- ontvoerd
- gearresteerd
- gearresteerd
- blafte
- vastgemaakt
- gegrepen
- in het nauw gedreven
- vastgehouden
- verstrikt
- verward
- gevangen
- gebald
- behandschoend
- met halster
- gehouden
- ontvoerd
- lasso
- afrasteren
- huur
- vastgebonden
- beveiligd
- wrest
- Verstrikt
- bevestigd (op)
- gegrepen
- gegrepen
- vastgehaakt (aan of aan)
- kreupel
- gescheurd
Nearest Words of snatched
Definitions and Meaning of snatched in English
snatched
to seize or take suddenly without permission, ceremony, or right, to take or grasp abruptly or hastily, an act or instance of kidnapping, a brief, fragmentary, or hurried part, to seize or try to seize something quickly or suddenly, something brief, hurried, or in small bits, a brief period, a lift in weight lifting in which the weight is raised from the floor directly to an overhead position in a single motion compare clean and jerk, press, to grasp or take suddenly or hastily, a snatching at or of something, the female pudenda, to attempt to seize something suddenly
FAQs About the word snatched
gegrepen
to seize or take suddenly without permission, ceremony, or right, to take or grasp abruptly or hastily, an act or instance of kidnapping, a brief, fragmentary,
gevangen,pakte,in beslag genomen,gezakt,gevangen,kreeg,worstelde,verslaafd,geland,Gepakt
afgevoerd,gemist,vrijgegeven,gevallen,bevrijd,bevrijd,losgemaakt,zonder handen
snarls => knopen, snarling => grommend, snaring => stropen, snarfing (down) => schrokkend (naar beneden), snarfed (down) => Inslikken,