Dutch Meaning of sliding
glijden
Other Dutch words related to glijden
Nearest Words of sliding
Definitions and Meaning of sliding in English
sliding (s)
being a smooth continuous motion
sliding (a.)
That slides or slips; gliding; moving smoothly.
Slippery; elusory.
FAQs About the word sliding
glijden
being a smooth continuous motionThat slides or slips; gliding; moving smoothly., Slippery; elusory.
loeren,wegglijden,sluipen,Kruipend,kruipend,ontduiking,heimelijk,slinks,kronkelende,Stealing
spartelend,schudden,worstelend,struikelend,zwoegen,arbeidend,hinkend,onhandig,traag,stempelen
slideway => Glijbaan, slider => schuifregelaar, slidegroat => Glijgraan, slide valve => schuifafsluiter, slide rule => Schuifmaat,