Dutch Meaning of schmuck
schmuck
Other Dutch words related to schmuck
- clown
- hond
- joker
- barbaar
- Beest
- ontluchter
- etter
- boer
- schurk
- kwajongen
- brute
- klootzak
- buizerd
- CAD
- boer
- kruipen
- rotzooi
- cur
- verklikker
- hiel
- hond
- Luis
- schoft
- nerd
- overlast
- pil
- rat
- Reptielen
- rotzooi
- stinkdier
- ordinair
- Slijm
- slor
- Slang
- zozo
- graszode
- stinkerd
- varken
- Pad
- ongedierte
- Ongedierte
- slechterik
- Vuilak
- schooier
- schoft
- schoft
- Slijmbal
- luchtbel
- Domkop
- Jan-van-gent (Jan-van-gent)
- holbewoner
- poffen
- kruimel
- Dunk
- dope
- nerd
- gangster
- luidruchtige persoon
- laaggeklasseerd
- misdadiger
- neanderthaler
- Moer
- plaag
- Deugniet
- schurk
- Booreilandwerker
- wild
- korst
- schurk
- schmo
- snob
- snot
- Kalkoen
- vuilbek
- ellendeling
- Rattenfink
- sukkel
- Stinkerd
Nearest Words of schmuck
Definitions and Meaning of schmuck in English
schmuck (n)
(Yiddish) a jerk
FAQs About the word schmuck
Definition not available
(Yiddish) a jerk
clown,hond,joker,barbaar,Beest,ontluchter,etter,boer,schurk,kwajongen
heer,held,dame,Heldin,idool,Rolmodel,Heilige,engel
schmoozer => gladjakker, schmooze => kletsen, schmoose => kletsen, schmo => schmo, schmidt telescope => Schmidt-telescoop,