Dutch Meaning of scammer
oplichter
Other Dutch words related to oplichter
- valsspelen
- bedrieger
- Haai
- avonturier
- oplichten
- bedrieger
- bedrieger
- oplichter
- oplichter
- oplichter
- arm
- vos
- oplichter
- nep
- bel
- scherper
- stift
- Scherp
- slachthuis
- bedrieger
- bedrieger
- oplichter
- oplichter
- Bluffer
- kwakzalver
- Dubbelspeler
- verrader
- nep
- vervalser
- Ongein
- onzin
- schurk
- Kwakzalver
- vals
- plotter
- Grappenmaker
- pretendent
- kwakzalver
- Deugniet
- schurk
- intrigant
- schijn
- smoothie
- sluipen
- sneaker
- Bedrieger
- oplichter
- bedrieger
- speler
- gladjakker
Nearest Words of scammer
Definitions and Meaning of scammer in English
scammer (n)
a person who swindles you by means of deception or fraud
FAQs About the word scammer
oplichter
a person who swindles you by means of deception or fraud
valsspelen,bedrieger,Haai,avonturier,oplichten ,bedrieger,bedrieger,oplichter,oplichter,oplichter
No antonyms found.
scammel => Scammel, scamillus => krukje, scamilli => krukje, scamell => Scamell, scamblingly => radeloos,
