Dutch Meaning of salubrity
salubriteit
Other Dutch words related to salubriteit
- goed
- gezond
- gezond
- geneeskrachtig
- helend
- voedingskundig
- verfrissend
- herstellend
- heilzaam
- genezend
- Tonicum
- nuttig
- gezond
- voordelig
- Verlichtend
- antiseptisch
- aseptisch
- Schoon
- Correctief
- hygiënisch
- niet-toxisch
- voedend
- voedzaam
- recuperatief
- Revaliderend
- verjongend
- verjongend
- remediërend
- heilzaam
- sanitair
Nearest Words of salubrity
Definitions and Meaning of salubrity in English
salubrity (n)
the quality of being salubrious and invigorating
salubrity (n.)
The quality of being salubrious; favorableness to the preservation of health; salubriousness; wholesomeness; healthfulness; as, the salubrity of the air, of a country, or a climate.
FAQs About the word salubrity
salubriteit
the quality of being salubrious and invigoratingThe quality of being salubrious; favorableness to the preservation of health; salubriousness; wholesomeness; hea
goed,gezond,gezond,geneeskrachtig,helend,voedingskundig,verfrissend,herstellend,heilzaam,genezend
schadelijk,schadelijk,schadelijk,besmettelijk,schadelijk,ongezond,schadelijk,schadelijk,giftig,giftig
salubriousness => gezondheidbevorderend, salubrious => gezond, salty => zout, saltwort family => Familie van de melganzen, saltwort => Zeekraal,