Dutch Meaning of putting down
Neerleggen
Other Dutch words related to Neerleggen
- afnemende
- afwijzen
- Huilend naar beneden
- dumping
- Minimaliseren
- bagatelliseren
- hardlopen naar beneden
- Aftroggelen
- afboeken
- Geringschatting
- betreurend
- denigrerend
- veroordelend
- neerdrukkend
- afschrijving
- kleinerend
- korting
- denigrerend
- kritisch
- afkeurende (voor)
- afscheidskus
- Janken
- minachtend
- beledigend
- beledigend
- veroordelend
- diskwalificerend
- afkeer
- Belastering
- berispend
- uitbrander
- laster
- verwoesten
- roddelen
- Afkeurend
- dissen
- vuilbekkerij
Nearest Words of putting down
- putting by => sparen
- putting away => wegzetten
- putting across => duidelijk maken
- puttering (around) => aan het klungelen (rond)
- putterers => spelers
- puttered (around) => Rommelde (wat aan)
- putter (around) => slenteren
- puts up => zet
- puts the kibosh on => zet een kibosh op
- puts over => legt eroverheen
- putting forth => ontvouwen
- putting forward => Naar voren brengen
- putting in => inbrengen
- putting in (for) => beleggen in
- putting into words => Verbaliseren
- putting off => uitstel
- putting on => aantrekken
- putting one's finger on => Iets benoemen
- putting out => neerzetten
- putting over => iets over iets anders leggen
Definitions and Meaning of putting down in English
putting down
to place in a category, to write down (as in a list), disapprove, criticize, a humiliating remark, attribute, to enter in a list, to put in writing, to do away with (an injured, sick, or aged animal), humiliate, squelch, depose, degrade, belittle, criticize, to make ineffective, an act or instance of putting down, to pack or preserve for future use, to bring to an end by force, to bring to an end, to establish a permanent residence, consume, disparage, belittle
FAQs About the word putting down
Neerleggen
to place in a category, to write down (as in a list), disapprove, criticize, a humiliating remark, attribute, to enter in a list, to put in writing, to do away
afnemende,afwijzen,Huilend naar beneden,dumping,Minimaliseren,bagatelliseren,hardlopen naar beneden,Aftroggelen,afboeken,Geringschatting
applaudisserend,Goedkeurend,goedkeuring,verheffing,aanprijzend,begunstigend,verheerlijking,goedkeurende,vergrotende,prijzend
putting by => sparen, putting away => wegzetten, putting across => duidelijk maken, puttering (around) => aan het klungelen (rond), putterers => spelers,