Dutch Meaning of pull up
Optrekken
Other Dutch words related to Optrekken
- opvoeden
- vangen
- controle
- opstellen
- stoppen
- stop
- stal
- blijven
- stoppen
- arrestatie
- blok
- afsluiten
- ophalen
- hinderen
- vasthouden
- tegenhouden
- nog
- Suspenderen
- verbijsteren
- balk
- blokkade
- knelpunt
- gesprek
- verstopping
- Concluderen
- dam
- ophouden
- stopzetten
- einde
- belemmeren
- belemmeren
- onderdrukken
- klem
- stengel
- onderdrukken
- beëindigen
- terug
- beteugelen
Nearest Words of pull up
- pull together => verenigen
- pull through => volhouden
- pull the wool over someone's eyes => Iemand zand in zijn ogen strooien
- pull the plug => De stekker eruit trekken
- pull the leg of => de spot drijven
- pull strings => touwtjes trekken
- pull someone's leg => iemand voor de gek houden
- pull round => eruit trekken
- pull over => aan de kant parkeren
- pull out all the stops => alles uit de kast halen
Definitions and Meaning of pull up in English
pull up (v)
come to a halt after driving somewhere
straighten oneself
cause (a vehicle) to stop
remove, usually with some force or effort; also used in an abstract sense
pull up (n)
a roadside cafe especially for lorry drivers
an arm exercise performed by pulling yourself up on a horizontal bar until your chin is level with the bar
FAQs About the word pull up
Optrekken
come to a halt after driving somewhere, straighten oneself, cause (a vehicle) to stop, remove, usually with some force or effort; also used in an abstract sense
opvoeden,vangen,controle,opstellen,stoppen,stop,stal,blijven,stoppen,arrestatie
Doorgaan,doorgaan,Doorgaan,uitvoeren,blijven (in),vooruitgang,tarief,meegaan,maart,bewegen
pull together => verenigen, pull through => volhouden, pull the wool over someone's eyes => Iemand zand in zijn ogen strooien, pull the plug => De stekker eruit trekken, pull the leg of => de spot drijven,