Dutch Meaning of preceptorship
Mentoraat
Other Dutch words related to Mentoraat
- opvoeder
- Instructeur
- leraar
- dokter
- Internist
- pedagoog
- Pedagoog
- professor
- Leraar
- Docent
- Academische wereld
- academisch
- Academicus
- catechist
- coach
- decaan
- Instructeur
- Pedagoog
- gouvernante
- gids
- goeroe
- Schoolhoofd
- directrice
- lerares
- stagiair
- docent
- meester
- Mentor
- pedant
- prediker
- opsteller
- prof
- lezer
- rector
- schooljuffrouw
- Schooljuffrouw
- Schoolmeester
- onderwijzeres
- trainer
Nearest Words of preceptorship
Definitions and Meaning of preceptorship in English
preceptorship (n)
the position of preceptor
FAQs About the word preceptorship
Mentoraat
the position of preceptor
opvoeder,Instructeur,leraar,dokter,Internist,pedagoog,Pedagoog,professor,Leraar,Docent
No antonyms found.
preceptor => mentor, precept => voorschrift, precentral gyrus => Precentrale winding, precentorship => Kantorij, precentor => precentor,