Dutch Meaning of pepping (up)
opmonterend
Other Dutch words related to opmonterend
- stimulerend
- oppeppen
- Aanmoedigen
- Jazz
- levendig
- Rits (omhoog)
- activeren
- animeren
- opwindend
- ontwaking
- bemoedigend
- juichend
- rijden
- electrifying
- energiek
- verlevendigend
- spannend
- draaien
- ontslaan
- inspirerend
- verkwikkend
- heffen
- motiverend
- aandrijvende
- provocerend
- snel
- Recreatief
- herlevend
- Roeren
- versterking
- vitaliserend
- verkwikkend
- opkrikken
- Jumpstarten
- vonkend
- spiking
- trigger
- wakker (worden)
- (op)zwepen
- aanzetten
- actuerende
- ontwaken
- boostend
- drijvende
- opladen
- Bekrachtigen
- ontsteking
- fermentatie
- opruiend
- verzinken
- dwingend
- opruiende
- ontstoken
- infusie
- aansporend
- aanmaak
- bewegend
- opvoeding
- bijeenkomst
- verfrissend
- regenererend
- vernieuwing
- hartstochtelijk
- ontstoken
- motiverend
- herontwaken
- verkwikkend
- restimulerend
- opstanding
- instellen
- inschakelen
- demping
- Demping
- verdovend
- verzwakkend
- drainage
- saai
- uitputtend
- intimidatie
- verzwakking
- Dragend
- uitbranden
- gebeurt in
- uittrekkend
- ondermijnend
- Wassen
- versleten
- controle
- stoeprand
- slopend
- verzwakkend
- vermoeiend
- remmend
- onderdrukking
- afschrikken
- onderdrukkend
- beperkende
- ontzenuwend
- vertragen
- Groeiachterstand
- vermoeiend
- knock-out
- onderdrukkend
- vermoeiend (uit)
- afschrikwekkend
- demoraliserend
- ontmoedigend
- ontmoedigend
- pesten
- blasé
- stillend
Nearest Words of pepping (up)
Definitions and Meaning of pepping (up) in English
pepping (up)
to cause (someone or something) to become more lively or active, to become more lively or active
FAQs About the word pepping (up)
opmonterend
to cause (someone or something) to become more lively or active, to become more lively or active
stimulerend,oppeppen,Aanmoedigen,Jazz,levendig,Rits (omhoog),activeren,animeren,opwindend,ontwaking
demping,Demping,verdovend,verzwakkend,drainage,saai,uitputtend,intimidatie,verzwakking,Dragend
pepped (up) => opgefrist (op), pep (up) => opvrolijken, peons => boeren, peones => pionnen, peonages => horigheid,