Dutch Meaning of overpass
viaduct
Other Dutch words related to viaduct
- negeren
- excuus
- vergeven
- rechtvaardigen
- over het hoofd zien
- vergeven
- knipogen (naar)
- wegvegen (met de borstel)
- gedogen
- korting
- Uitleggen
- vergeven en vergeten
- verdoezeld
- overheen gaan
- verbloemen
- overgaan
- overmaken
- de schouders ophalen
- witten
- knipogen (naar)
- vrijspreken
- vrijspreken
- de ogen sluiten voor
- vrijpleiten
- vrijpleiten
- rationaliseren
- rechtvaardigen
- afzien
- zwaaien (opzij of af)
Nearest Words of overpass
Definitions and Meaning of overpass in English
overpass (n)
bridge formed by the upper level of a crossing of two highways at different levels
overpass (v. t.)
To go over or beyond; to cross; as, to overpass a river; to overpass limits.
To pass over; to omit; to overlook; to disregard.
To surpass; to excel.
overpass (v. i.)
To pass over, away, or off.
FAQs About the word overpass
viaduct
bridge formed by the upper level of a crossing of two highways at different levelsTo go over or beyond; to cross; as, to overpass a river; to overpass limits.,
negeren,excuus,vergeven,rechtvaardigen,over het hoofd zien,vergeven,knipogen (naar),wegvegen (met de borstel),gedogen,korting
Markering,geest,notitie,bezwaar maken tegen (iets),Opletten
overpart => bovengedeelte, overpamper => Te veel verwennen, overpaint => overschilderen, overpaid => overbetaald, overofficious => Overijverig,