Dutch Meaning of oft
vaak
Other Dutch words related to vaak
- voortdurend
- frequent
- vaak
- herhaaldelijk
- weer
- steeds opnieuw
- altijd
- gewoonlijk
- consistent
- voortdurend
- per uur
- veel
- vaak
- keer op keer
- regelmatig
- Telkens weer
- telkens weer
- veel
- opnieuw
- opnieuw
- voortdurend
- voortdurend
- over het algemeen
- gewoonlijk
- met tussenpozen
- dag en nacht
- gewoonlijk
- periodiek
- voortdurend
- routinematig
- onophoudelijk
- ononderbroken
- gewoonlijk
Nearest Words of oft
Definitions and Meaning of oft in English
oft (r)
many times at short intervals
oft (adv.)
Often; frequently; not rarely; many times.
oft (a.)
Frequent; often; repeated.
FAQs About the word oft
vaak
many times at short intervalsOften; frequently; not rarely; many times., Frequent; often; repeated.
voortdurend,frequent,vaak,herhaaldelijk,weer,steeds opnieuw,altijd,gewoonlijk,consistent,voortdurend
zelden,klein,nooit,nu,af en toe,zelden,zelden,soms,Nu en dan,een keer
ofo => ofo, o'flaherty => O'Flaherty, off-white => Off-white, offuscation => Verduistering, offuscate => verduisteren,