Dutch Meaning of noncooperation
Niet-samenwerking
Other Dutch words related to Niet-samenwerking
- verzet
- ongehoorzaamheid
- Gebrek aan respect
- rebellie
- opstand
- Hardnekkigheid
- wilskracht
- Burgerlijke ongehoorzaamheid
- tegenstrijdigheid
- ongehoorzaamheid
- roekeloosheid
- In- of onsubordinatie
- lastigheid
- hardnekkigheid
- Hardnekkigheid
- weerbarstigheid
- vuurvastheid
- onbeschoftheid
- bandeloosheid
- onhandelbaarheid
- weerbarstigheid
- volharding
- onbeschaamdheid
- Onbeleefdheid
- Brutaalheid
- onnadenkendheid
- Onbeschaamdheid
- bedriegerij
- ondeugendheid
- koppigheid
- ondeugd
- lawaaierigheid
- prikkelbaarheid
- volharding
- perverse
- Eigengereidheid
- Eigenzinnigheid
- vasthoudendheid
- volharding
- onhebbelijkheid
- onbeschoftheid
- koppigheid
- halsstarrigheid
- hardnekkigheid
- Hardnekkigheid
- hardnekkigheid
Nearest Words of noncooperation
- nonconventional => onconventioneel
- noncontradictory => tegenstrijdig
- noncontiguous => niet-aaneengesloten
- noncontemporary => niet-hedendaags
- nonconstructive => niet-constructief
- nonconstitutional => ongrondwettelijk
- nonconservative => niet-conservatief
- nonconsecutive => niet-opeenvolgend
- noncongruent => niet congruent
- nonconformities => Niet-conformiteiten
Definitions and Meaning of noncooperation in English
noncooperation
failure or refusal to cooperate, refusal through civil disobedience of a people to cooperate with the government of a country, failure or refusal to cooperate especially with the government
FAQs About the word noncooperation
Niet-samenwerking
failure or refusal to cooperate, refusal through civil disobedience of a people to cooperate with the government of a country, failure or refusal to cooperate e
verzet,ongehoorzaamheid,Gebrek aan respect,rebellie,opstand,Hardnekkigheid,wilskracht,Burgerlijke ongehoorzaamheid,tegenstrijdigheid,ongehoorzaamheid
vriendelijkheid,geschiktheid ,vriendelijkheid,onderdanigheid,onderdanigheid,slaafsheid,slaafsheid,naleving,eerbied,volgzaamheid
nonconventional => onconventioneel, noncontradictory => tegenstrijdig, noncontiguous => niet-aaneengesloten, noncontemporary => niet-hedendaags, nonconstructive => niet-constructief,