Dutch Meaning of neatness
netheid
Other Dutch words related to netheid
- opgeruimd
- opgeruimd
- Versieren
- antiseptisch
- Knapperig
- verzorgd
- onberispelijk
- Netjes
- ordelijk
- georganiseerd
- preuts
- In orde
- slank
- zelfingenomen
- gezellig
- spiffy
- Rommelig
- Goed verzorgd
- oprapen
- hoedenkoker
- deftig
- netjes
- zwierig
- brutaal
- slim
- Schoon en netjes
- Spiksplinternieuw.
- smetteloos
- spar
- gestroomlijnd
- systematisch
- strak
- goniometrie
Nearest Words of neatness
Definitions and Meaning of neatness in English
neatness (n)
the state of being neat and smart and trim
the trait of being neat and orderly
neatness (n.)
The state or quality of being neat.
FAQs About the word neatness
netheid
the state of being neat and smart and trim, the trait of being neat and orderlyThe state or quality of being neat.
opgeruimd,opgeruimd,Versieren,antiseptisch,Knapperig,verzorgd,onberispelijk,Netjes,ordelijk,georganiseerd
slordig,warrig,chaotisch,wanordelijk,Vuil,rommelig,slordig,sjofel,slordig,slordig
neatly => netjes, neatify => netjes, neathouse => Kelder, neatherd => Koeherder, 'neath => onder,