FAQs About the word loosened up

loslaten

to become less tense

vergemakkelijkt,versneld,gemakkelijker,Gesmeerd,verbeterd,Baande de weg (voor),gepromoveerd,Vereenvoudigd,geëffend,aanzetten

ingewikkeld,belemmerd,verzwarende,belemmerd,geraffineerd,verslechterd

loosened (up) => ontspannen, loosen (up) => losmaken, loose-jointedness => losse gewrichten, loops => lussen, loopholes => mazen,