FAQs About the word jubilantly

jubelend

in a joyous mannerIn a jubilant manner.

opgetogen,juichend,trots,triomfantelijk,arrogant,euforisch,juichend,verheugend,overwinnend,opschepperig, pocherig

verslagen,neerslachtig,neerslachtig,mismoedig,mismoedig,neerslachtig,terneergeslagen

jubilant => jubelend, jubilancy => Jubel, jubilance => vreugde, jube => preekstoel, jubbulpore => Jubbulpore,