Dutch Meaning of insignificancy
onbeduidendheid
Other Dutch words related to onbeduidendheid
Nearest Words of insignificancy
Definitions and Meaning of insignificancy in English
insignificancy (n.)
Insignificance.
FAQs About the word insignificancy
onbeduidendheid
Insignificance.
Cijfer,dwerg,insect,lichtgewicht,niemand,niets,Garnalen,een half pint,inferieur,hap
Groot geschut,groot wiel,opperhoofd,Eminentie,figuur,hoofd,spil,lood,leider,magnaat
insignificance => onbeduidendheid, insignia of rank => rangonderscheidingsteken, insignia => insigne, insightfulness => Inzichtrijkheid, insightful => scherpzinnig,