Dutch Meaning of infamous
berucht
Other Dutch words related to berucht
- berucht
- slecht
- crimineel
- smaadvol
- schandelijk
- Oneervol
- louche
- schandelijk
- immoreel
- schandelijk
- schaduwrijk
- slecht
- verlegen
- basis
- blaamwaardig
- Verachtelijk
- losbandig
- ontaard
- verdorven
- verachtelijk
- kwaad
- roemloos
- onrechtvaardig
- Verdacht
- Laag
- gemiddeld
- nefaste
- pervers
- verwerpelijk
- rot
- slordig
- zondig
- smerig
- onethisch
- respectloos
- onrechtvaardig
- onaangenaam
- kwaadaardig
- laag
- slecht
- slecht
- verkeerd
- behoorlijk
- geacht
- ethisch
- goed
- eerlijk
- eerbaar
- slechts
- juridisch
- moreel
- adellijk
- toegestaan
- prestigieus
- Principieel
- respectabel
- gerenommeerd
- respectabel
- gerespecteerd
- rechtvaardig
- verticaal
- goedgekeurd
- geautoriseerd
- Correct
- goedgekeurd
- voorbeeldig
- gelicenseerd
- toegestaan
- juist
- onschuldig
- Schoon
- prijzenswaardig
- aanvaardbaar
- welvoeglijk
- onschuldig
- onderschreven
- gesanctioneerd
- passend
- eerzaam
Nearest Words of infamous
Definitions and Meaning of infamous in English
infamous (s)
known widely and usually unfavorably
infamous (a.)
Of very bad report; having a reputation of the worst kind; held in abhorrence; guilty of something that exposes to infamy; base; notoriously vile; detestable; as, an infamous traitor; an infamous perjurer.
Causing or producing infamy; deserving detestation; scandalous to the last degree; as, an infamous act; infamous vices; infamous corruption.
Branded with infamy by conviction of a crime; as, at common law, an infamous person can not be a witness.
Having a bad name as being the place where an odious crime was committed, or as being associated with something detestable; hence, unlucky; perilous; dangerous.
FAQs About the word infamous
berucht
known widely and usually unfavorablyOf very bad report; having a reputation of the worst kind; held in abhorrence; guilty of something that exposes to infamy; b
berucht,slecht,crimineel,smaadvol,schandelijk,Oneervol,louche,schandelijk,immoreel,schandelijk
behoorlijk,geacht,ethisch,goed,eerlijk,eerbaar,slechts,juridisch,moreel,adellijk
infamizing => lasterlijk, infamized => belasterd, infamize => belasteren, infamies => infamieën, infame => schandelijk,